her- - hij zou een cent in tweeen bijten
- het schone
- het schone geslacht
- het schort hem in de kruin
- het schort hem onder de muts
- het schot mis zijn
- het schrift van Pieter
- het Skagerrak
- het slijk der aarde
- het sneeuwt
- het sop is de kooktoestel niet waard
- het sop is de kool niet waard
- het spijt mij
- het spits afbijten
- het spookt
- het spookt daar
- het spoor bijster zijn
- het spraakkunstig
- het spreekt vanzelf
- het staat aan u
- het staat aan uw believen
- het staat in de krant
- het staat mij nog levendig voor
- het staat mij tegen
- het staat te uwer beschikking
- het staat u vrij
- Het staat vlak voor je neus
- het stalen ros
- het station naderen
- het sticht van Utrecht
- het strand ploegen
- het stuift
- het stuk ging honderd keer
- het Suez-kanaal
- het te bont maken
- het te ver drijven
- het terrein der wetenschap
- het terrein verkennen
- het tientallig stelsel
- het tij keren
- het tij laten verlopen